Haareigenschappen bepalen met de CG Methode

Wil je starten met de CG Methode? Dan is het belangrijk om je haareigenschappen te achterhalen. Op deze manier leer je wat de huidige gezondheid van je krullen is en welke producten daar het beste bij passen. Kortom, door je haareigenschappen te kennen, kun je een betere keuze maken voor je haarproducten.

Er zijn ontzettend veel verschillende soorten krullen. De ene persoon heeft een beetje slag, de ander heeft coily krullen. Daarnaast kunnen jouw krullen erg lijken op die van iemand anders, maar dat betekent niet altijd dat ze dezelfde haareigenschappen hebben. Elke krul is uniek en dat maakt dat iedereen verschillende haareigenschappen heeft.

Welke haareigenschappen gaan we achterhalen?

Iedereen heeft verschillende krullen die andere producten nodig hebben. Om te kunnen bepalen welke producten het beste aansluiten bij je haar, is het belangrijk om de volgende vijf haareigenschappen te kennen:

  1. Krultype
  2. Dikte (densiteit)
  3. Hoeveelheid
  4. Porositeit
  5. Elasticiteit

Let op, we bepalen ze alle vijf, maar we vinden porositeit en krultype in combinatie met hoeveelheid en dikte het belangrijkst.

1. Krultype bepalen

Om je krullen te kunnen typeren, kunnen we kijken naar de verschillende verschijningsvormen. In de afbeeldingen hieronder kun je zien welk type bij welke soort krul past. Je kunt ook een combinatie hebben van twee types.

  • Type 2: Wavy (S-vormige krullen)
  • Type 3: Spiraalachtige krullen
  • Type 4: Coily krullen

Je haartype bestaat dus uit een nummer (2, 3 of 4) en een letter (a, b of c). De makkelijkste manier om je haartype te achterhalen is met behulp van de onderstaande afbeeldingen:

Afbeelding 1: Krultypes met voorbeeldfoto's
Afbeelding 2: Krultypes op basis van het Andre Walker Hair Typing System

Haartypes

 

Andre Walker Hair System

2. Haardikte (densiteit) bepalen

De dikte van je haar verwijst naar de dikte van een individuele haarstreng. Er zijn verschillende manieren om dit te bepalen. Vergelijk het bijvoorbeeld met een stukje garen of breng één individuele haar tussen je duim en wijsvinger.

  • Dun: Dunner dan garen of nauwelijks voelbaar tussen je vingers.
  • Gemiddeld: Niet dunner of dikker dan garen, voelbaar tussen je vingers.
  • Dik: Gelijk aan de dikte van garen, duidelijk voelbaar tussen je vingers.

3. Hoeveelheid haar bepalen

De hoeveelheid haar kun je bepalen door een deel van je haar te pakken en je hoofdhuid te observeren:

  • Weinig haar: Hoofdhuid goed zichtbaar.
  • Gemiddeld haar: Hoofdhuid gedeeltelijk zichtbaar.
  • Veel haar: Hoofdhuid nauwelijks zichtbaar.

    4. Porositeit bepalen

    Porositeit van je haar zegt iets over hoe goed je haar vocht kan absorberen en vasthouden. Dit kan genetisch bepaald zijn, maar wordt ook beïnvloed door haarproducten, hitte-apparaten en het kleuren van je haar. Het is belangrijk om je porositeit te kennen om de juiste haarproducten te kiezen

    Float test 

    Neem een paar schone haarstrengen en doe ze in een glas met water. Laat het haar ongeveer 2 tot 4 minuten in het water:

    • Lage porositeit: Haar blijft drijven.
    • Hoge porositeit: Haar zinkt.
    • Medium porositeit: Haar zinkt bij de ene test en drijft bij de andere.

    Droogtijd 

    Vraag jezelf af hoe snel je haar vochtig wordt en hoe snel het droogt:

    • Lage porositeit: Duurt lang om vochtig en droog te worden.
    • Normale porositeit: Droogt gemiddeld snel (2 tot 8 uur).
    • Hoge porositeit: Snel vochtig en droog (binnen 2 uur).

       5. Elasticiteit bepalen 

      Elasticiteit geeft informatie over de balans van vocht en proteïne in je haar.

      elasticiteit
      Bron: Behindthehair.com

      Elasticiteitstest

      Spray een beetje water op je haar en trek een haar uit elkaar. Herhaal deze test meerdere keren op verschillende plekken van je haar:

      • Lage elasticiteit: Haar breekt vrijwel direct.
      • Normale elasticiteit: Haar rekt een beetje en breekt niet direct.
      • Hoge elasticiteit: Haar lijkt niet te breken.

      Resultaten interpreteren

      • Lage elasticiteit: Gebruik producten zonder proteïne.
      • Normale elasticiteit: Gebruik producten met en zonder proteïne.
      • Hoge elasticiteit: Gebruik producten met proteïne.

      Samenvatting

      We hebben nu de volgende haareigenschappen vastgesteld:

      1. Type (haartype of krultype)
      2. Dikte (densiteit)
      3. Hoeveelheid
      4. Porositeit
      5. Elasticiteit

      Wat betekenen deze eigenschappen voor je haar?

      Lage porositeit

      Gebruik producten op waterbasis. Vermijd 'build-up' door proteïnevrije producten te gebruiken. Breng producten aan op nat haar en gebruik daarna leave-in conditioner en gel.

      Medium porositeit

      Test of je producten liever op nat of drijfnat haar gebruikt. Gebruik een mix van producten met en zonder proteïne.

      Hoge porositeit

      Je haar neemt snel vocht op, maar verliest het ook snel. Gebruik producten die je haar helpen vocht vast te houden en proteïne bevatten om breken te voorkomen.

      De juiste producten kiezen

      CG Starterpakket

      Wil je graag starten met de CG Methode? Lees verder op de cg methode pagina over hoe je begint en welke producten je kunt gebruiken. Of ga direct naar de speciaal samengestelde starterspakketten.

      Zelf shoppen

      Ga naar alle haarverzorging en kies op basis van het onderstaande schema de juiste balans:

      • Weinig proteïne nodig: Kies alleen een masker met proteïne.
      • Klein beetje proteïne nodig: Kies 2-3 items met proteïne (bijvoorbeeld in je masker en leave-in).
      • Veel proteïne nodig: Gebruik naast een leave-in conditioner en masker ook een proteïnebehandeling.

      Trial and Error is key! Ga van start en leer je krullen steeds beter kennen!